Wat zijn suikers?
Er zijn drie typen suikers (ook terug te lezen in The Keystone Approach - Rebecca Fett):
-
Monosachariden: Dit zijn de eenvoudigste suikers, bestaande uit één enkele suiker-eenheid. Voorbeelden zijn glucose, fructose en galactose. Ze zijn snel opneembaar door het lichaam en dienen als directe energiebron.
-
Disachariden: Deze suikers bestaan uit twee monosachariden die aan elkaar zijn gekoppeld. Voorbeelden zijn sucrose (tafelsuiker, bestaande uit glucose en fructose), lactose (melksuiker, bestaande uit glucose en galactose) en maltose (bestaande uit twee glucose-eenheden).
-
Polysachariden: Dit zijn complexe suikers die bestaan uit lange ketens van monosachariden. Voorbeelden zijn zetmeel, glycogeen en cellulose. Polysachariden worden vaak gebruikt voor energieopslag of als structurele componenten in planten en dieren.